College openbaar

1. in te stemmen met het advies aan de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg om:
a. in principe medewerking te verlenen aan de uitbreiding van het bedrijventerrein aan de Middenweg te Posterholt ten behoeve van open opslag op een gedeelte van de gronden kadastraal bekend Posterholt, sectie D, nr. 1025, 2006 en 3000 en plaatselijk bekend als Reijpenweg ong.;
b. in principe medewerking te verlenen aan het omzetten van de geldende bedrijfsbestemming van een gedeelte van de gronden kadastraal bekend Posterholt, sectie D, nrs. 861 en 3537 en plaatselijk bekend als Roermondseweg ong. naar een agrarische bestemming;
2. aan de principemedewerking onder beslispunt 1a. en 1b. de volgende voorwaarden te verbinden:
a. initiatiefneemster dient zelf zorg te dragen voor het opstellen van het (ontwerp)bestemmingsplan en het laten uitvoeren van de onderzoeken die noodzakelijk zijn om de planologische procedure te kunnen doorlopen. De kosten hiervan zijn voor rekening van initiatiefneemster;
b. alvorens de planologische procedure wordt opgestart, dient er tussen initiatiefneemster en de gemeente overeenstemming te bestaan over de wijze van ingebruikname van het gedeelte van de Reijpenweg dat tussen het bestaande bedrijventerrein en de uitbreiding ligt. Deze overeenstemming wordt in een privaatrechtelijke overeenkomst vastgelegd;
c. initiatiefneemster dient aan te tonen dat de bedrijfsuitbreiding past binnen de geldende geluidszonering van het bedrijventerrein en de bijbehorende geldende Besluiten hogere grenswaarden;
d. initiatiefneemster dient aan te tonen dat er geen sprake is van milieu-hygiënische belemmeringen om het bedrijf uit te kunnen breiden en de salderingslocatie om te kunnen zetten naar een agrarische bestemming;
e. initiatiefneemster dient aan te tonen dat een goed woon- en leefklimaat gegarandeerd kan worden in de tuinen ten noorden en ten westen van de bedrijfsuitbreiding;
f. voorafgaand aan de planologische procedure dient initiatiefneemster met de omwonenden in gesprek te gaan over de uitbreidingsplannen van het bedrijf en wat dit betekent voor het gebruik van het onverharde gedeelte van de Reijpenweg. De resultaten van dit overleg moeten in een verslag vastgelegd worden;
g. de ontwikkeling dient te voldoen aan ontwikkelmodule 7c ‘Solitaire (commerciële) bedrijven’ van het Gemeentelijk Kwaliteitsmenu (LKM+) zoals opgenomen in bijlage 2A van de ‘Structuurvisie Roerdalen 2030’;
h. de landschappelijke en ruimtelijke inpassing, zoals bedoeld in het LKM+, moet als een voorwaardelijke gebruiksbepaling vastgelegd worden in de planregels van het (ontwerp)bestemmingsplan;
i. de regio Midden-Limburg dient - eenduidig hetgeen hierover door de provincie Limburg is bepaald in de Omgevingsverordening 2014 - in te stemmen met het initiatief;
j. de principemedewerking onder beslispunt 1a. en 1b. vervalt na 1 jaar te rekenen vanaf de verzenddatum van het principebesluit aan initiatiefneemster door de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg;
k. de gemeente sluit met initiatiefneemster een privaatrechtelijke overeenkomst, waaronder een planschadeverhaalsovereenkomst en LKM+-overeenkomst;
3. in te stemmen met bijgevoegde brief en de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg overeenkomstig te berichten.

1. In te stemmen met één jaar verlenging van de Raamcontracten Leerlingenvervoer met
De Vier Gewesten B.V. tot 1 augustus 2022;
2. In te stemmen met bijgevoegde Verlengingsovereenkomst raamcontracten
leerlingenvervoer en voor akkoord te ondertekenen.

De heer J.L.M. van den Broek en/of de heer mr. P.A.J.S. Lathouwers, beiden werkzaam voor Burger- en Publiekszaken Johan van den Broek te Mierlo, te machtigingen om het college te vertegenwoordigen bij de rechtbank Limburg voor de behandeling van het beroep naar aanleiding van het door het college afgewezen bezwaar inzake weigering van het correctieverzoek ex artikel 2.58 Wet Brp.

In te stemmen met het advies om geen zienswijzen in te dienen op de concept begrotingswijziging Westrom 2021-2024, en dit voor te stellen aan de gemeenteraad middels bijgevoegde brief.

1. De leerpunten uit de procesevaluaties vast te stellen
2. Medewerkers, bestuur en inwoners te informeren over de leerpunten
3. Eind 2021 opnieuw een evaluatie te doen van burger- en gemeente-initiatieven
4. De inzichten uit de evaluatiebesprekingen mee te nemen in de organisatieontwikkeling